Intro

De goede handel in Willemstad trok allerlei zakenlieden aan, ook de joodse gemeenschap vestigde zich in dit stadsdeel. De familie Maduro (een omgekomen nazaat van de familie Maduro werd geëerd met de Haagse miniatuurstad Madurodam!) heeft een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van de stad en is nog steeds een belangrijke (bankiers-)familie op het eiland. De 17e- en 18e-eeuwse Nederlandse koloniale gebouwen werden naar Nederlandse maatstaven gebouwd, maar aangepast aan de Caribische, dus tropische omstandigheden. Zo verschenen er veranda’s, portalen, sierzaagwerk en luiken.

De vroege stad is op te delen in twee woonwijken: Punda en Otrobanda. De eerste was Punda (‘de punt’). Hij kreeg die naam vanwege de vorm, het was aan drie zijden door muren omsloten om de Europese kolonisten te beschermen. De muur bleef intact tot 1860. Langs de huidige Columbusstraat, Madurostraat en Handelskade bouwden de protestantse Nederlandse handelaren hun kantoren, pakhuizen, winkels en woonruimtes.

Wonen in Punda

De gebouwen in Punda en Otrobanda zijn over het algemeen fel gekleurd. De eerste huizen in Punda, het hart van Willemstad, waren in feite regelrechte replica’s van de Amsterdamse herenhuizen. Maar al snel bleken de bouwstoffen voor die huizen niet voorradig in de tropen en werd de temperatuur binnenshuis onaangenaam hoog. Er kwamen huizen die zo gebouwd werden dat de stevige passaatwind er flink doorheen kon waaien.

Wonen in Punda? Klik hier!

De contouren van deze wijk met zijn smalle loodrecht op elkaar staande straten is nog steeds nauwelijks veranderd. De meeste gebouwen zijn door de eeuwen heen goed onderhouden en gerestaureerd. Het meest in het oog springt natuurlijk de Handelskade met de felgekleurde huizen, een van de meest gefotografeerde plekken van het eiland. Kenmerkend voor de Curaçaose architectuur is de pleisterlaag, bedoeld om het onregelmatige bouwmateriaal, koraalsteen en rotsblok, te camoufleren. Voor het echte sierwerk werden ijsselsteentjes gebruikt, die eerder dienstdeden als ballast aan boord van Hollandse koopvaardijschepen.

Wonen in Otrobanda

De eerste bouwvergunningen voor Otrobanda (‘de andere kant’), aan de andere kant van de baai van Punda, werden in 1707 verleend. De bouw beperkte zich eerst tot opslagplaatsen en eenvoudige woningen van een verdieping, later kwamen in de Breedestraat (Otrobanda’s belangrijkste winkelstraat) grotere panden met op de begane grond winkel- en opslagruimte en daarboven een woning. In de 18e en 19e eeuw kwamen de zwarte arbeiders, voormalige slaven, van het platteland naar de stad en zij vestigden zich in deze woonwijk. In 1774 was Otrobanda met driehonderd huizen even groot als Punda. Otrobanda was in tegenstelling tot Punda niet ommuurd, dus was er meer ruimte voor riantere huizen. Op het erf van een groot huis werden kleinere huisjes gebouwd en zo bleef de hele familie vaak bij elkaar op de kurá. De huizen hadden soms zelfs een tuin, iets wat je in Punda niet tegenkwam. Tegen de 20e eeuw was een deel van Otrobanda een belangrijk cultureel centrum voor de opkomende zwarte middenklasse. Veel van de vooraanstaande hoger opgeleiden, politici, kunstenaars en muzikanten op het eiland zijn opgegroeid in Otrobanda. Later vestigden zich hier ook handelaren uit het Midden-Oosten. Otrobanda is altijd een echte melting pot geweest: alle etnische en religieuze culturen woonden en wonen er nog steeds samen.